Overslaan en naar de inhoud gaan

Thuis of in een gemeenschapsinstelling

Wanneer een jongere bij aanmelding thuis verblijft, start de begeleiding daar.

Wanneer een jongere bij aanmelding in een gemeenschapsinstelling verblijft, start de begeleiding in de gemeenschapsinstelling op. Door gesprekken te voeren met de jongere en zijn ouder(s) en andere netwerkfiguren wordt de terugkeer naar huis grondig voorbereid. De begeleiding gaat verder als de jongere terug naar huis keert, ook met het netwerk blijven er gesprekken plaatsvinden.

 

Ondersteunen wat goed loopt

Tijdens de begeleiding bespreken we met de jongere en belangrijke anderen verschillende thema’s:

  • Plegen van jeugddelicten
  • vaardigheden en gedrag
  • vrienden en vrije tijd
  • gezin en familie
  • school en werk
  • drugs 

De begeleiding wil het risico dat de jongere opnieuw jeugddelicten pleegt zo klein mogelijk maken en alles wat goed loopt ondersteunen en stimuleren. 
Op regelmatige basis zijn er gesprekken met de ouder(s) van de jongere. Ook de dagbesteding van de jongere wordt gecontacteerd. In samenspraak met de jongere worden ook gesprekken met vrienden en andere hulpverleners (indien deze betrokken zijn) gevoerd.

Op regelmatige tijdstippen vinden er rondetafelgesprekken plaats in aanwezigheid van de consulent van de sociale dienst voor gerechtelijke jeugdhulp (de verwijzer). Tijdens deze gesprekken wordt besproken wat goed loopt en wat beter kan. Er worden doelen op maat van de jongere geformuleerd die tijdens de begeleiding nagestreefd worden.

 

Intensieve begeleiding Regulier

Een begeleiding is intensief en duurt minstens 9 maanden. Op het moment dat een jongere vanuit de gemeenschapsinstelling naar huis gaat, vinden er minstens 3 gesprekken per week plaats. Ook als de begeleiding start in de thuiscontext, start een begeleiding aan 3 gesprekken per week. In een laatste fase worden het aantal contacten geleidelijk afgebouwd.

 

Intensieve begeleiding Kortverblijf

Een begeleiding is intensief en duurt 6 maanden. Op het moment dat een jongere vanuit de gemeenschapsinstelling naar huis gaat, vinden er minstens 3 gesprekken per week plaats. In de eerste weken van de begeleiding is er een staptocht. De jongere gaat enkele dagen weg uit zijn of haar gekende omgeving. Jongere en begeleider leren elkaar op een andere en intense manier kennen. In een laatste fase worden het aantal contacten geleidelijk afgebouwd.